IMG_0182

We zijn onderweg naar Pai, een klein stadje (met amper 2300 inwoners), op zo’n 3 uur rijden ten noord-westen van Chiang Mai, dicht bij de grens van Myanmar (Birma). We hebben gekozen om mee te rijden met een minivan (10 persoons minibusje), die ons veilig en wel zal moeten vervoeren naar onze volgende bestemming, over de thaise heuvels en door de hoge bergen.

Ahhhh ja, de bergen….

Ik denk met weemoed terug aan de eerste ontmoeting tussen mij en de bergen, de Franse Alpen welteverstaan. Het was liefde op het eerste gezicht. Elk jaar met de wintersportvakantie, tijdens de rit naar onze snowboard bestemming, was het keer op keer uitkijken naar dat ene moment dat ik weer oog in oog kwam te staan met deze verre liefde.

Misschien is het omdat wij thuis geen bergen hebben. Misschien komt het door de indrukwekkende afmetingen en het immense uitzicht wat je enkel maar het gevoel kan geven zelf zo nietig te zijn. Of misschien is het wel door de kalmte en de rust die over je heen valt zodra je omarmd wordt door natuurschoon van dit formaat. Hoe dan ook, telkens als ik mij weer in de bergen bevond (Frankrijk maar later ook Oostenrijk), werd ik opnieuw weer een beetje meer verliefd.

Ergens doet ons ritje naar Pai me denken aan de ritjes van mijn snowboardvakanties. Rijdend over de smalle bergpaden, met dezelfde scherpe haarspeldbochten, links van ons de steile bergwand en rechts van ons de afgrond. Deze laatste gelukkig dicht begroeid met bomen, die de diepte van het ravijn naast ons enigszins wat doet camoufleren. Is maar beter ook voor de gemoedstoestand.

Ook in Oostenrijk reden we net als nu vaak in een gehuurde minibus, met het enige verschil dat de airco nu aan staat in plaats van de verwarming en dat er een kleine Thai achter het stuur zit in plaats van één van mijn snowboardvrienden. Ondanks dat er nu natuurlijk geen sneeuw op de weg ligt, moet je ook hier als chauffeur zijnde over de nodige driving skills beschikken, want onze route met zijn 762 scherpe bochten vergt aardig wat inspanning. Gelukkig spreekt onze Thai de “taal van de weg” uitstekend; bij elke krappe, onoverzichtelijke haarspeldbocht ramt ie met z’n kleine thaise vuistje als een gek op z’n claxon, als soort van communicatievorm met een eventuele tegenligger. “Opgelet!! Ik kom de hoek om!!” Het is maar dat je het weet…

We rijden hoger en hoger de bergen in terwijl de bomendichtheid naast ons alsmaar kleiner wordt. Als een doek in het theater die langzaam opengaat, wordt aan ons eindelijk het uitzicht onthult wat de dichte begroeiing al die tijd achter zich verborgen heeft gehouden. Mijn hart staat even stil, mijn adem stokt in m’n keel en ik krijg serieus tranen in mijn ogen bij het weerzien van deze bijna vergeten liefde. Want nog nooit heb ik de bergen gezien in zó een prachtige gedaante, met een allesovertreffend uitzicht en in deze adembenemende setting.

Een panoramaview waar je enkel van kan dromen, uitkijkend over de enorme bergen, zover als het oog kan reiken. Het dichte oerwoud met zijn hoge boomtoppen bekleden de bergen van top tot teen in een groene jas, alsware het een zacht golvend hoogpollig tapijt is. De bergen lijken tot de hemel te reiken, met hier en daar een wolk die de hoogste toppen weet te bedekken met een donsige wit watten deken.

En als ik dan zie hoe de zon z’n stralen door de wolken als een spotlight op de bergen richt, ben ik op slag opnieuw verliefd. Ja, het is dus absoluut waar wat ze zeggen; Oude liefde roest niet.

mountain