Tijdens onze tweede week in Thailand, verbleven we een weekje op het platteland. We kregen bij aankomst wat sightseeïng tips van onze guesthouse eigenaar en daar zaten ook een paar tempels tussen die we konden bezoeken. “Of zijn jullie na jullie bezoek aan Bangkok al tempel-moe?”, vroeg hij ons met een knipoog. Dennis en ik keken elkaar een beetje twijfelachtig aan; “Uhmm… nou om heel eerlijk te zijn hebben we tot nu toe nog geen enkele tempel bezocht…”. De beste man moest erom grinniken, en tot de dag van vandaag weten we niet of hij ons uitlachte of juist toélachte….
Het punt is, wij zijn geen tempel mensen. Túúrlijk, tempels zijn prachtig en túúrlijk, het is een stukje cultuur snuiven en jaja túúrlijk, het hoort standaard bij een Azië tripje, we weten dat allemaal heus wel… Maar eigenlijk zijn tempels helemaal niet zo boeiend. Of laat ik het zo zeggen, als je er ééntje hebt gezien heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. De meeste lijken namelijk veel op elkaar: witte muren, rood dak met (goud)gele tierelantijntjes erop. En of ze nou groot of klein zijn, binnen vind je altijd wel een gouden boeddha, liggend, staand, zittend, slapend, tomàto, tomáto, het is eigenlijk allemaal één pot nat. Even voor de duidelijkheid, ik heb het nu dus over de standaard, dertien-in-een-dozijn tempels waarvan je er in elk stadje wel een paar hebt staan. Want eens in de zoveel tijd stuiten we eens op een tempel die zó bijzonder is, dat we hem met veel liefde bezoeken. Ruïne tempels bijvoorbeeld, vinden we dan wél weer interessant. Of van die exemplaren die eruit springen door hun locatie (in een grot ofzo…), door hun prachtige omgeving (boven op een berg), door de feestelijke ceremonies of door de speciale rituelen die erin plaats vinden (tatoeëren bijvoorbeeld). En soms kom je gewoon een tempel tegen die zó über cool is, dat je hem simpelweg niet mág overslaan! Zoals de tempels van vandaag….
We bevinden ons in Chiang Rai en zullen vandaag twee verschillende tempels bezoeken. Alhoewel, één van de twee is eigenlijk geen tempel, maar deze wordt vaak automatisch aan de andere gelinkt, juist omdat ze zóveel met elkaar gemeen hebben maar tegelijkertijd ook als dag en nacht met elkaar verschillen. We hebben het hier over de White Temple (Wat Rong Khun) en Black House (Baan si Dum). Zoals de namen al doen vermoeden is de ene volledig wit, en de andere volledig zwart. De witte vind je ten zuiden van de stad, de zwarte juist weer noordelijk. De ene is makkelijk te vinden en enorm populair bezocht, de andere is wat meer van de gebaande paden af en dus veel minder bekend bij de toeristen. De witte is een tempel en de zwarte is officieel een landgoed….
Tegelijkertijd kennen ze ook weer zo vreselijk veel overeenkomsten dat het bijna onmogelijk wordt om ze niet met elkaar te vergelijken. Beide zijn ze geboren uit het creatief brein van twee verschillende Thaise kunstenaars. Allebei met een surrealistische, excentrieke en ambitieuze visie. De twee architecten hebben beiden zóveel details in hun bouwwerk gestopt dat je uren kan blijven ronddolen en observeren zonder dat je ooit uitgekeken raakt op de kunstwerken. Beide bestaan niet enkel uit één gebouw, maar het omvat een heel complex. En alle twee de artiesten zijn nog steeds niet klaar met hun masterpiece, wat waarschijnlijk nog wel decennia lang zal duren…. (doet een beetje Gaudì-achtig aan, vind je ook niet?).
Het is een beetje zoals Yin en Yan, dag en nacht, water en vuur, Dennis en Suuz. Opposites attract zeggen ze ook wel eens… 😉


























Het zijn onze laatste dagen in Thailand, overmorgen zullen we met de slowboat de grens oversteken naar Laos, tijdens een tweedaagse tocht over de Mekong rivier. Tot dan!
23 juli 2014 at 12:06
wow dit is wel echt heel indrukwekkend, worden deze tempels en ruimtes echt gebruikt? of is het meer om te laten zien ofzo? die handen zien er ook best wel echt uit. Het work in process gedeelte ziet er dan weer op een of andere manier heel vreemd uit, ik beeld me dan in dat alles met de hand gemaakt zou zijn 😉
LikeLike
23 juli 2014 at 12:27
De witte tempel is een vrij recentelijk stukje architectuur, de bouw hiervan is “pas” in 1997 begonnen. De tempel zelf is wel degelijk “heilig” er wordt dus ook de nodige respect van je verwacht als je de tempel in wilt (schoenen uit, geschikte kleding). Het complex eromheen wordt voornamelijk gebruikt als Boeddhistisch leercentrum en meditatie ruimtes. Het geheel is wel officieel benoemd tot nationaal kunstwerk. Echt heel bijzonder stukje werk!
LikeLike
23 juli 2014 at 15:33
Oh, en het zwarte huis is eigendom van de kunstenaar zelf, met zijn eigen collectie aan weird stuff die hij dus op zijn landgoed tentoonstelt in al die excentrieke zelf ontworpen gebouwtjes. Hij woont er ook, al is zijn privé woning geen deel van de tentoonstelling….
LikeLike